Historie

De geschiedenis van Joeswert

De molen is in 1855 gebouwd als achtkante stellingmolen met de functie van pel- en korenmolen, in opdracht van molenaar-bakker W. Faber uit Garnwerd. Voorzien van twee pelstenen en twee koppels maalstenen kon de molen gort pellen voor de soepenbrij, gerst en haver malen voor de veeboeren in de omgeving en rogge breken voor de bakker.

Na ongeveer 50 jaar werden de zeilroeden vervangen door zelfzwichting, zoals veel molens in die tijd. Eind jaren twintig kwam er elektriciteit in de molen, zodat ook bij windstilte door kon worden gewerkt. Zonder ongelukken is deze bedrijvige periode niet geweest: twee maal ontsnapte een molenaar aan de dood omdat hij werd gegrepen door draaiende onderdelen. Eenmaal viel een 16-jarige jongen naar beneden door de openstaande luigaten, en bleef daar dood liggen. In 1955 viel een roe naar beneden, die maar net een klant met diens paard en wagen miste. De molen werd hierdoor onherstelbaar beschadigd en kwam stil te staan. Er werd door molenaar De Groot en later door Jan Keizer en diens zoon Gerard nog wel gemalen, maar elektrisch.

Als gevolg daarvan heeft de molen zijn bedrijvige en authentieke sfeer behouden, om die reden geniet deze molen landelijke bekendheid. Veel molens zijn zo lang buiten bedrijf geweest, dat ze hun bedrijfsmatige inrichting en de sfeer die daarbij hoort, hebben verloren. Na de grote restauratie van 1978-1979 is de Joeswert weer als windmaalderij in bedrijf gekomen, werd toen eigendom van de Molenstichting De Meeuw en Joeswert en verhuurd aan een professionele molenaar, eerst aan Henk Epskamp en later aan Rolf Wassens. Door de eigenaar, die erg blij was met de nog werkende molen, werd in 1986 opnieuw een stroomlijn op de molen aangebracht, nu het systeem-Bremer, onder het toeziend oog van Chris Bremer zelf. Deze was ook betrokken bij het herstellen van het tweede koppel stenen, dat in de jaren ’60 het veld had moeten ruimen voor een silo. Zo kreeg de molen een grotere capaciteit en kon er met windkracht 3 al worden gemalen.

 

Sinds de herindeling van gemeentes is de molen eigendom van de Molenstichting Winsum. Deze stichting liet de molen in 2011 restaureren, zodat de molen er weer jaren tegenaan kan. Na enige jaren gedwongen stilstand kan weer met windkracht voor bakkerijen, restaurants en particulieren worden gemalen. Mede dankzij het speltproject in Pieterburen, door de opkomst van de broodbakmachine en door een toenemende interesse in zuiver en controleerbaar gemaakt voedsel, is er nog steeds werk op de molen.